Oorsprong van de panettone
Rond het jaar 1500 maakten enkele rijke Milanese dames en heren zich op voor de viering van kerstavond. Hun kok Ambrogione had het ontzettend druk met de voorbereidingen van het feestmaal. Hij vroeg daarom aan de twaalfjarige Toni om het dessert in de gaten te houden dat in de oven stond. Helaas viel Toni in slaap en toen hij wakker schrok, bleken het dessert te zijn verbrand.
Toni probeerde uit alle macht het goed te maken. Het enige wat hij kon bedenken, was een ander dessert te verzinnen. Hij maakte een brooddeeg en voegde daar allerlei ingrediënten aan toe die in de keuken voorhanden waren: honing, rozijnen, eieren, boter, gekonfijte vruchten en gedroogd fruit. Hij zette zijn brood in de oven en hoopte er maar het beste van.
Toen Ambrogione een kijkje kwam nemen, liet Toni hem het vreemd gevormde brood zien dat hij had gemaakt. De chef-kok was woedend op zijn keukenhulpje! Maar de gasten wachtten op hun dessert en er zat niets anders op, dan het brood van Toni te serveren. Tot grote verrassing van Ambrogione viel het door Toni gemaakte brood zeer in de smaak. Een traditie was geboren. Sindsdien wordt er met de kerstdagen het brood van Toni, ‘il pane di Toni’ (Panettone) geserveerd.